Genesis 29:5

SVEn hij zeide tot hen: Kent gij Laban, den zoon van Nahor? En zij zeiden: Wij kennen [hem].
WLCוַיֹּ֣אמֶר לָהֶ֔ם הַיְדַעְתֶּ֖ם אֶת־לָבָ֣ן בֶּן־נָחֹ֑ור וַיֹּאמְר֖וּ יָדָֽעְנוּ׃
Trans.wayyō’mer lâem hayəḏa‘ətem ’eṯ-lāḇān ben-nāḥwōr wayyō’mərû yāḏā‘ənû:

Algemeen

Zie ook: Laban, Nahor (persoon)

Aantekeningen

En hij zeide tot hen: Kent gij Laban, den zoon van Nahor? En zij zeiden: Wij kennen [hem].


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֣אמֶר

En hij zeide

לָ

-

הֶ֔ם

-

הַ

-

יְדַעְתֶּ֖ם

tot hen: Kent gij

אֶת־

-

לָבָ֣ן

Laban

בֶּן־

den zoon

נָח֑וֹר

van Nahor

וַ

-

יֹּאמְר֖וּ

En zij zeiden

יָדָֽעְנוּ

Wij kennen


En hij zeide tot hen: Kent gij Laban, den zoon van Nahor? En zij zeiden: Wij kennen [hem].

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!